Wetenschap

Home » Waarom kleurlicht? » Wetenschap

Kleurenlicht en wetenschap

Gekleurd licht wordt al duizenden jaren gebruikt om ziekten en aandoeningen te genezen. Na een onderbreking tijdens de industriële revolutie vond het in de 20e eeuw zijn weg terug naar de geneeskunde en spiritualiteit. Er is echter veel veranderd: lichttherapie is niet langer een mysterieuze en intuïtieve activiteit. Er is nu een groot ondersteunend veld van rationele wetenschap aanwezig wat het bevestigt!
Albert Einstein was een van de eerste wetenschappers die bewees dat licht (zelfs in kleine hoeveelheden) een belangrijke invloed op de materie kan hebben. Hij bewees dat lichtgolven (fotonen) een stortvloed van elektronen uit metaal vrijgaven toen ze ermee in contact kwamen.

Na Einstein zijn er vele andere onderzoekers geweest, die hebben waargenomen dat lichtgolven ervoor zorgen dat elektronen zich losmaken van het object, dat aan licht wordt blootgesteld. Wanneer een elektron een foton (lichtgolf) absorbeert, springt het elektron in een snellere baan met een hogere frequentie. En andersom: als elektronen fotonen loslaten, dan nemen ze hun oude “ruststand” weer in, in een langzamere baan met een lagere frequentie. En dit alles gebeurt in een fractie van een seconde, als een willekeurig voorwerp een lichtstraal binnenkomt.

In de jaren tachtig was het de biofysicus Fritz-Albert Popp, die genomineerd werd voor de Nobelprijs voor zijn bewijs dat mensen wezens van licht zijn. Hij toonde aan dat alle natuurlijke organismen (inclusief de mens!) licht uitstralen op cellulair niveau en dat alle organische levensvormen licht absorberen en intern verwerken. Relatief zwakke, kleurgecodeerde lichtsignalen van de cellen vormen de basis voor alle communicatie tussen de cellen in levende organismen.

Dit werd eind jaren tachtig bevestigd door het wetenschappelijke team van de Russische professor Kaznecheyev: zij bewezen dat het menselijk lichaam lichtkanalen heeft, die parallel lopen met de 12 meridianen, zoals bekend in de traditionele Chinese geneeskunde. Ze toonden ook aan dat de punten die het licht absorberen exact overeenkomen met de acupunctuurpunten. Je zou kunnen zeggen dat de meridianen, net als glasvezel, een licht transport systeem vormen, maar dan in het lichaam. Net zoals het licht in glasvezeltechnologie wordt gebruikt om informatie van computers op te slaan en over de hele wereld beschikbaar te maken zonder tijdverlies, zo vormen de meridianen een vergelijkbaar transport of geleidingssysteem voor licht in ons lichaam.

Dit werd in dezelfde periode ook gedemonstreerd door Peter Mandel en Dr. Helmut Schimmel uit een ander onderzoeksgebied. Met geavanceerde diagnostische hulpmiddelen konden ze aantonen dat gekleurd licht dat aan het lichaamsoppervlak (waar de meridianen zich bevinden) wordt toegediend een energieimpuls door de meridianen stuurt, wat een aanzienlijke invloed heeft op de organen en endocriene klieren ver weg en diep in het lichaam. Ze vonden ook dat elke kleur een andere impuls genereert met een ander effect op het lichaam. Rood genereert een impuls die stimuleert, terwijl groen ontspanning oproept.

Naast het licht dat van buitenaf ons lichaam binnenkomt en er doorheen reist, wordt er ook licht gegenereerd in ons lichaam. Dit is al lang bekend in de mystiek, maar het is pas sinds kort wetenschappelijk onderbouwd. Op basis van de theoretische modellen van Dr. Herbert Fröhlich (hij berekende vanuit zijn ervaring in de kwantumfysica, dat het DNA in de cellen een ultrafijn lichtsignaal moet geven) was het weer Dr. Popp, die het bewijs leverde. Met speciaal ontwikkelde apparatuur slaagde hij erin het licht van een cel te fotograferen.

Nog later slaagde hij erin om de lichtflitsen van een groep cellen op video vast te leggen. Hij experimenteerde met een glasscheiding tussen 2 groepen cellen met als resultaat dat de communicatie tussen de 2 afzonderlijke celgroepen intact bleef! Elke cel informeert zijn omgeving als een soort radiozender door de informatie in de lichtflitsen die hij regelmatig uitzendt. De cellen communiceren met elkaar via deze elektromagnetische frequenties. En bij elkaar opgeteld genereren ze een elektromagnetisch veld (aura of lichtmatrix), dat krachtig genoeg is om buiten het fysieke lichaam gevoeld te worden.

Valerie Hunt van de University of California in Los Angeles heeft de afgelopen jaren specifieke methoden ontwikkeld om dit elektromagnetische veld te bestuderen. Ze meet deze lichtmatrix en heeft aangetoond dat dit veld chaotische schommelingen vertoont dagen voordat een klinisch beeld op de ouderwetse manier kan worden bepaald op het fysieke lichaam. Met andere woorden: condities zijn, voordat ze zich fysiek manifesteren, buiten het fysieke lichaam aanwezig als energetische storingen in de lichtmatrix en kunnen daar worden behandeld (buiten het fysieke lichaam), mits ze tijdig worden gedetecteerd. In ons lichaam herprogrammeren de cellen zich voortdurend op basis van wat ze in onze directe omgeving vinden.

Als onze omgeving licht en aangenaam is, programmeren onze cellen ons voor licht en gezondheid. Als onze omgeving chaotisch en druk is, worden onze cellen gespannen. Ze worden in eerste instantie opgezet om deze druk te reflecteren en buiten te houden (in het acute stadium van de ziekte of aandoening), maar als het aanhoudt, zullen ze zich herprogrammeren om de druk te overleven (en dan het chronische stadium binnengaan). Onze lichtmatrix controleert niet alleen wat er in ons lichaam gebeurt, maar creëert ook een atmosfeer om ons heen. Deze atmosfeer trekt energie aan bij bepaalde frequenties en stoot energie af bij andere frequenties. Of: sommige mensen kunnen ons onmiddellijk aantrekken en anderen niet.

Hoewel nog niemand de betekenis van de lichtflitsen tussen de cellen heeft kunnen ontcijferen, is het duidelijk dat er een betekenis is. In feite geeft alles aan dat licht de taal van het lichaam is. De taal van het licht wisselt boodschappen uit tussen cellen en organen en stelt hen in staat om in samenhang te functioneren. Misschien zijn we op een dag beter in staat om de stille gesprekken in ons lichaam te begrijpen!

“We staan nog steeds op de drempel van een volledig begrip van de complexe relatie tussen licht en leven, maar we kunnen nu met nadruk zeggen dat de functie van onze hele stofwisseling afhankelijk is van licht”. (Fritz Albert Popp)